donderdag 11 augustus 2011

Het gebruik van zilverionen

Het gebruik van zilverionen

1 Medicinale toepassingen

Richard Davies, directeur van het Silver Institute, zegt: “In vier jaar tijd hebben we
87 nieuwe belangrijke medicinale toepassingen beschreven. We beginnen eindelijk
te begrijpen hoe zilver levens kan redden en onze gezondheid kan verbeteren.” Het
Silver Institute monitort de toepassingen in 37 verschillende landen.
Onderstaand zijn een aantal medicinale toepassing met zilver opgenomen. Deze
lijst is niet uitputtend.
Zilversulfadiazine
Zilversulfadiazine is een antibioticum dat vooral wordt toegepast als crème bij
brandwonden. Het is breed werkzaam tegen bacteriën. Sulfadiazine is een
sulfapreparaat-antibioticum, en ook zilver heeft antibiotische werking (bron:
Wikipedia).
Zilversulfadiazine was het eerste nieuwe zilverpreparaat dat door
de FDA werd erkend als geneesmiddel. Er zijn inmiddels diverse merknamen op
gebaseerd. De bekendste zijn Silvadene and Flamazine. Resistentie is tot nu toe geen
probleem gebleken.
Antibacteriëel verband
Een ander product dat recent door de FDA in Amerika als geneesmiddel is erkend,
is Curad Silver, een natuurlijk antibacteriëel verband. Op de doos van 30 bandages
is duidelijk het woord "zilver" vermeld. Het verband wordt vooral aangeprijsd
vanwege de antibacteriële werking.

HIV BestrijdingZeer gunstig schijnt de inzet van zilver bij HIV-infecties te zijn, omdat het kennelijk
de T-cellen in hun strijd tegen pathogene micro-organismen ondersteunt en als een
"tweede immuunsysteem" werkt. Dat wil zeggen dat het opportunistische infecties,
die het werkelijke probleem schetsen, effectief bestrijdt.

2 Desinfecterende werking

Aan de Washington University's Department of Surgery is veel onderzoek
uitgevoerd om een antiseptisch te vinden dat sterk en veilig genoeg was voor
gebruik bij brandwonden over grote delen van het lichaam. Reden was de
constatering van Dr. Margraf dat de bestaande middelen nadelen hadden. Kwik
bijvoorbeeld is een goed antiseptisch middel, maar giftig. Zodoende kunnen
populaire ontsmettingsmiddelen, zoals Mercurochrome and Merthiolate alleen op
een klein oppervlakte worden gebruikt. Een ander voorbeeld zijn iodiums. Veel
iodiums zijn effectief, maar een substantieel deel van de bevolking is allergisch voor
iodium. Andere op alcoholoplossingen gebaseerde middelen, hydrogen peroxide,
and andere ontsmettingsmiddelen kunnen op kleine wonden worden gebruikt, maar
zijn te pijnlijk voor grote wonden. En zoals al in hoofdstuk 1 uiteen is gezet,
ziektekiemen kunnen resistent worden voor toegepaste antibiotica, zodat dit zaken
op termijn alleen maar kan verergeren.
Zijn zoektocht naar een nieuw ontsmettingsmiddel begon Margraf bij zilvernitraat,
omdat dit middel bekend was en van de zilverpreparaten het best oplost in water.
Maar ondanks het feit dat het een prima ontsmettingsmiddel is, is het ook corrosief
en pijnlijk. Margraf constateerde weld at het tot dan toe alleen was toegepast in
hoge concentraties. Vandaar dat Margraf de concentratie verminderde tot een 0.5
procent oplossing. De resultaten waren bemoedigend. De ziektekiem pseudomonas
aeruginosa werd er door gedood en de wonden genazen. Ook verschenen geen
resistente varianten. Maar zilvernitraat had ook grote nadelen, omdat het de balans
van lichaamszouten verstoort en het alleen in fases kan worden aangebracht.
De zoektocht binnen de zilverpreparaten leidde uiteindelijk tot zilversulfadiazine en
andere producten.

Industriële toepassingen van Zilverwater

Industriële toepassingen colloidaalzilver zilverwater

Colloïdaal zilver wordt naast de medicinale toepassing steeds meer in andere
soorten toepassingen gebruikt. Denk hierbij aan wasmachines van bijvoorbeeld
Samsung, toetsenborden, deodorant, koelkasten van Bosch en AEG, waterfilters, sportschoenen en
-sokken en zelfs kleding. Allemaal met hetzelfde doel: een ontsmettende,
deinfecterende en reinigende werking.
Onderstaand een aantal voorbeelden van toepassingen met zilver:
· Om personeel en passagiers te beschermen tegen door water overdraagbare
ziekten, zoals dysentery, gebruikt meer dan de helft van alle
luchtvaartmaatschappijen – waaronder AirFrance – KLM zilveren waterfilters.
· NASA gebruikt een zilversysteem om water te purificeren in de space shuttle. Dit
na uitbreide testprocedures en selectierondes.
· Zilver wordt breed toegepast om zwembadwater te reinigen. Groot voordeel is
dat het niet prikt zoals chloor.
· Een test in Nebraska toonde overtuigend het succes van zilver als
desinfecterend middel aan. Meer dan 100 liter rioolwater werd in een bassin
zonder disinfecterend middel gepompt. Na meting bleek het water 7.000 E. coli
bacteriën per vierkante millimeter te bevatten. Na spoeling door zilverelektrodes
was het water binnen drie uur compleet vrij van E. coli.
· Zilver wordt ingezet in de bestrijding van dodelijke, giftige gassen. Een aantal
Japanse bedrijven gebruiken zilver in luchtzuiveringssystemen. Eén bedrijf zet
bijvoorbeeld 50 ppm (parts per million) van het dodelijke carbon monoxide om
in onschadelijke carbon dioxide.ompounds. En een chemisch bedrijf verwijdert
alle 200 ppm nitric oxide in een gasmengsel door het door een zilverfilter te
leiden.
Dit zijn slechts een aantal voorbeelden van de toepassingen van zilver. Ze
onderstrepen één voor één de desinfecterende, reinigende werking van zilver. Dus
waarom zouden we daar in onze dagelijkse verzorging niet veel meer gebruik van
maken.

Nivea Silverprotect
Een mooi voorbeeld van de wederopstanding
van zilver in massaproductie


Zie http://www.zilverwater.net/ voor meer info

De gevaren van Zilverwater

Het enige gevaar van Zilverwater is Argyria, maar is niet gevraalijk.

1 Argyria
Wanneer er hele grote hoeveelheden colloïdaal zilver in korte tijd inwendig worden
gebruikt kan er opslag van zilver in het lichaam ontstaan. Een deel daarvan slaat
neer in de huid, wat vooral onder invloed van het zonlicht een permanent grijze
kleur aan de huid kan geven, argyria genoemd. De donkere kleur zou ontstaan door
het donkere Ag2S (zilversulfiet), zilver-eiwitcomplexen of zilver in hele kleine
korreltjes. Dit zet zich af in de huid, bij de zweetklieren, bij de "maantjes" aan de
onderkant in de nagels en ook in inwendige organen. Ook in de afgelopen 30 jaar
zijn er gevallen van argyria bekend, die altijd ontstonden na vele jaren intensief
dagelijks inwendig gebruik van zilverpreparaten. Een enkele keer ontstaat argyria
ook na jaren in de omgeving van een plaats waar iets van zilver is geïmplanteerd.
Ook al is argyria een vervelend verschijnsel, onderzoek heeft uitgewezen dat
argyria geen ziekte is en ongevaarlijk is voor de gezondheid. Argyria is daarom
alleen vanuit een cosmetisch oogpunt belangrijk. Bovendien is de kans erop bij
normaal gebruik van colloïdaal zilver – enkele microgrammen per dag – vrijwel
nihil. Het zilver wordt dan geleidelijk weer door het lichaam uitgescheiden.
Het probleem met argyria is dat het niet meer verdwijnt wanneer het eenmaal is
ontstaan en alleen een laserbehandeling van de huid schijnt wat resultaat te geven.

2 Oorzaken van argyria
In de jaren voor WO II is uitgebreid onderzoek gedaan naar argyria, vooral bij het
gebruik van zilverzouten en dan met name zilvernitraat. In zilverzouten verbindt
het zilver zich met mineralen, zoals chloor of natrium. Het is daarbij goed te
beseffen dat in het algemeen zilverzouten en met name zilvernitraat toxischer zijn
dan zuiver zilver. Doses zilvernitraat van 10 tot 100 mg oraal ingenomen geeft
geen symptomen. Grotere hoeveelheden zilvernitraat - boven 2500mg -
veroorzaken acute maagslijmvliesontsteking. Nog hogere doses – van circa 10
gram zilvernitraat – zijn meestal fataal en kan in enkele uren de dood tot gevolg
hebben.
De artsen Hill en Pillsbury hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar argyria. Zij
konden slechts 239 gerapporteerde gevallen van argyria vinden over een periode
van 40 jaar (zowel in Europa als Amerika).
· In slechts 16 gevallen bleek argyria op te treden binnen een periode van 1 jaar
lang dagelijks gebruik van zilverpreparaten.
· In ongeveer de helft van de gevallen bleek de argyria op te treden minder dan 3
jaar bij dagelijks gebruik van zilverpreparaten.
· In de overige gevallen (ca. 50%) trad argyria pas op bij dagelijks gebruik tussen
de 3 en 25 jaar.
In 214 van de gerapporteerde gevallen was ook informatie beschikbaar over het
gebruikte zilverpreparaat. Onderstaand een overzicht:
· 55% van de argyria gevallen werden door zilvernitraat veroorzaakt.
· 13% werd veroorzaakt door Argyrol, een licht zilver-eiwitpreparaat.
· 9% werd veroorzaakt door Zilver arsphenamine.
· 6% werd veroorzaakt door Collargol, een chemisch vervaardigd colloïdaal zilver
en verschillende andere producten.
Voorgaande geeft aan dat argyria zich pas voordoet bij overmatige inname. Er zijn
extreme gevallen bekend. Eén persoon gaf aan 1,5 gram zilver in 14 dagen te
hebben ingenomen. Dit betekent een consumptie in 14 dagen van 150 liter
zilverwater van 10 ppm of 50 liter zilverwater van 30 ppm. Dit is meer dan 10 liter
per dag van zilverwater 10 ppm of 3 liter per dag van 30 ppm. Iemand anders gaf
aan in 9 jaar 124 gram zilver te hebben ingenomen. Dat is 12.400 liter zilverwater
van 10 ppm in 9 jaar, oftewel 9 jaar lang 3 liter per dag van 10 ppm of 1 liter van
30 ppm.

3 Voorkomen van argyria
Hoe voorkom je argyria en een overmatige opslag van zilver? Dat is heel makkelijk!!

1. Door colloïdaal zilver met verstand te gebruiken en niet als een soort preventief
middel gedurende jaren achtereen inwendig gebruiken. Gebruik bij voorkeur een
lage dosering met een lage concentratie zilver wanneer u het langere tijd gaat
gebruiken. Lees ook altijd de gebruiksaanwijzing bij een product voor de
aanbevolen hoeveelheid. Bij doses van enkele microgrammen per dag is de kans
op argyria vrijwel nihil.
2. De uitscheiding van zilver word bevorderd door zwavelhoudende
voedingssupplementen. Zilver bindt zich namelijk graag aan zwavelbruggen van
eiwitten. Mogelijke voedingssupplementen zijn bijvoorbeeld NAC (een verbinding
van het zwavelhoudende aminozuur N-Acetyl -L-Cystine) en MSM (organisch
gebonden zwavel). Verschillende onderzoekers hebben op het nut gewezen van
NAC bij vergiftiging door zware metalen zoals kwik, goud, zilvernitraat.

Bewaren van zilverwater

Bewaren van zilverwater

Direct na de bereiding of aankoop in een plastic fles moet het zilverwater in een glazen flesje - liefst van donker glas in verband met het voorkomen van lichtinval - worden bewaard. Daarbij dient
u nooit een metalen of kunststof te gebruiken. Het beste kan het zilverwater op een
donkere plaats op normale kamertemperatuur worden bewaard. Door de inwerking
van zonlicht verliest de zilveroplossing zijn kwaliteit doordat het de lading van de
zilverionen neutraliseert die de deeltjes zwevend houdt.
In de praktijk blijkt dat zilverwater wel enkele dagen in een plastic fles bewaart
kan zonder dat de kwaliteit merkbaar achteruit gaat, hetzelfde geldt bij het
bewaren in zonlicht.

Zie voor mee rinfo http://www.zilver-water.nl/

Colloidaalzilver / Zilverwater als geneesmiddel?

Colloidaalzilver / Zilverwater als geneesmiddel?

1 De positionering van zilverwater
Wat is zilverwater nu eigenlijk en waarom zou het zo goed werken? Is het een al
dan niet homeopathisch geneesmiddel, een andersoortig geneesmiddel of iets
anders?
Laten we beginnen met de constatering dat zilverwater – ofwel colloïdaal zilver –
water is waarin zilver in de fijnst mogelijke vorm is opgelost. In de fijnst mogelijke
vorm betekent concreet dat er zilverionen – positief geladen zilveratomen – in het
water rondzweven. Bij voorkeur is het gebruikte water gedestilleerd, zodat de
zilverionen geen reactie aan kunnen gaan met andere ionen en het water dus
zuiver zilver bevat.
Zilver in kleine hoeveelheden is giftig voor bacteriën en daarmee dus een bestrijder
van infectieziektes. Vandaar dat zilverwater ook wel een natuurlijk antibioticum
wordt genoemd. Uit vele onderzoeken en publicaties is tevens gebleken dat zilver
een verbazingwekkend veilige stof is, hierin verschillend van zijn neefjes in de
zware metalen zoals lood, kwik, cadmium en goud.
In Amerika is zilverwater dan ook rond 1938 erkend geweest als geneesmiddel.
Deze status heeft het nu echter niet meer. Een oorzaak daarvoor is mogelijk dat
geneesmiddelen moeten worden geregistreerd bij een autoriteit. Aan deze
registratie gaan kostbare onderzoeken vooraf. Voor farmaceutische organisaties is
registratie van een product dus alleen commercieel interessant als het product te
patenteren is. In het geval van zilver is dit niet mogelijk.
In de Verenigde Staten is zilverwater door de Food and Drug Adminitration (FDA)
als voedingssupplement aangemerkt. Hetzelfde geldt voor Nederland en België.

Dierstudies zilverwater
Er zijn vele dierstudies gedaan met zilverpreparaten in de afgelopen eeuw. Op basis
van deze studies is de dodelijke dosis van colloïdaal zilver bepaald (aangezien zilver
een giftig zwaarmetaal is) en de aanbevolen hoeveelheid bij behandeling.
In 1927 vond Huebner dat de dodelijk dosis bij een intraveneuze injectie (een
injectie in de bloedader) bij konijnen met colloïdaal zilver lag op 0,065 gram per
liter. Dit betekent bij een mens van 70 kg een injectiedosis van 4,550 gram puur
zilver.Hill en Tilbury rapporteren in 1939 over dierstudies met een verzadigde zilveroxideoplossing
van 1,52 gram per liter. Van deze oplossing werd per dag enkele malen 4
ml intraveneus geïnjecteerd bij verschillende diersoorten gedurende een perioden
van 3 weken zonder dat er toxische verschijnselen optraden. Een overeenkomstige
dosis bij een mens zou neerkomen op 1190 mg zilver per dag, oftewel iets meer
dan 1 gram per dag.
Op basis van deze en andere onderzoeken schreef het medische injectieprotocol
voor colloïdaal zilver tot in de jaren 40 van de vorige eeuw een gemiddeld gebruik
voor van 1 tot 10 mg zilver per dag en soms zelfs meer.

3 Studies van Becker
Vanaf de jaren 70 zijn er ook studies op mensen verricht naar het effect van zilver.
Een beroemde studie is die van Becker, die het effect van zilverionen heeft
bestudeerd in de jaren 70 en 80. In 1972 experimenteerde Becker in het kader van
het opnieuw laten aangroeien van bot met elektrische stimulatie van patiënten,
specifiek in het geval van gebroken botten die niet wilden helen. Becker gebruikte
daarbij zilver, omdat hij geloofde dat zilver de benodigde elektrische stroom het
best zou geleiden en omdat hij geloofde dat zilver minder dan andere metalen met
het weefsel een chemische reactie zou aangaan.
Bij uitgevoerde testen werd duidelijk dat bij de positieve pool van een
zilverelektrode in een circuit met lage stroom alle bacteriën in een straal van ruim
een centimeter waren gedood.Becker kwam uiteindelijk tot de conclusie
dat niet alleen de stroom, maar ook het zilver hier een cruciale rol in speelde. Bij
alle vijf metalen die hij testte, stopte de groei van het aantal bacteriën, maar de
daarbij benodigde elektrische stroom was onacceptabel hoog en gevaarlijk voor
mensen. Behalve bij zilver. De hypothese die Becker hierdoor stelde, was dat
andere metalen zowel de schadelijke bacteriën doodde als de normale cellen,
terwijl dit bij zilver niet het geval was door het lage niveau van de elektrische stroom.
Nadere testen bevestigden deze hypothese.
In 1980 ging Becker nog een stapje verder. Hij concludeerde na uitgebreid
onderzoek dat niet de stroom de bepalende factor was voor de groei van de botten,
maar de positief geladen zilverionen zelf. Door zijn experimenten ontdekte hij dat
de cellen in een straal van 5 millimeter van de anode (positieve pool) waren
veranderd.
Het feit dat door zilverionen de celmorfologie kan veranderen, is momenteel
universeel door onderzoekers geaccepteerd. Becker gaat echter verder in zijn
stellingen en zegt dat de versnelde groei van botten bij het gebruik van lagespanning
zilverelektrodes het gevolg is van dedifferentiatie. Dedifferentiatie houdt
in feite in dat cellen terugvallen in een verouderde vorm. Dedifferentiatie (als
onderdeel van een regeneratief proces) kan zodoende gezien worden als de
tegenhanger van het evolutieproces, waarbij cellen zich differentiëren tot nieuwe
verschijningsvormen. Het kan de motor zijn in een genezingsproces, omdat zieke
cellen terug kunnen vallen in hun gezonde vorm voor de ziekte.
3.4 Negatieve geluiden
De geloofwaardige berichten over onderzoek en de werking van zilver tegen microorganismen
zijn voor het grootste deel positief. Een enkele maal wordt een falen
van zilver in dit verband vermeld. Zo luidt de conclusie van een studie in 2004 van
Hasselt:
“Aangezien de geteste colloïdale zilveroplossingen geen antibacterieel in vitro effect
blijken te hebben, zijn claims over de antibacteriële potentie van colloïdaal zilver
misleidend. De antiseptische werking ervan is niet aangetoond.”
Uit het onderzoek komt echter niet naar voren welk soort water is gebuikt. Indien
niet gebruik is gemaakt van volledig zuiver (gedestilleerd) water, kunnen mogelijk
verbindingen van zilverchloride zijn ontstaan. Deze scheiden geen zilverionen af
aan het water en kunnen daarom ook niet als een antiseptisch middel beschouwd
worden.

5 Gezond gebruik van zilverwater
Ondanks het feit dat wij sterk geloven in de genezende en desinfecterende werking
van zilverionen moet men gezond verstand gebruiken bij het gebruik ervan. Bij
normale hoeveelheden inwendig gebruik van zilver wordt dit geleidelijk weer door
het lichaam uitgescheiden. Deze normale hoeveelheden betekent dagelijks slechts
enkele microgrammen (1 microgram = een miljoenste gram). Merk daarbij op dat in de
tot 1940 voor therapeutische doeleinden injectiehoeveelheden van 1 mg tot
10 mg zilver normaal waren (dit is 500 tot 1000 microgram!).
Daarnaast is het uiteraard altijd belangrijk om bij problemen met uw gezondheid
altijd eerst contact met uw huisarts op te nemen.

Geschiedenis van zilver als antibioticum

Geschiedenis van zilver als antibioticum

1. De bloeiperiode

Zilver was al minstens 1200 jaar bekend als een bacteriebestrijder. Zelfs de oude
Grieken en Romeinen gebruikten al zilveren kannen om dranken te conserveren.
Later werd door de vroegere adel en koningshuizen zilveren bekers en schalen
gebruikt omdat dit beter voor de gezondheid bleek. Voedingsmiddelen die in
zilveren bussen werden bewaard bleven langer goed. Zilveren munten werden in de
melk gelegd om deze bij kamertemperatuur langer vers te kunnen houden.
Vanaf ongeveer 1900 ontstond een geweldige stimulans in verder onderzoek en
toepassing van zilver en was zilver één van de hoofdpijlers van de medische
praktijk in Europa en de U.S.A. Reden hiervoor was de ontdekking van de bacterie
en de ontdekking dat zilver een bacteriedodend effect heeft. Colloïdaal zilver bleek
enorm efficiënt te zijn tegen infecterende organismen waarbij het gelijkertijd
extreem veilig was in het gebruik, zonder de negatieve bijwerkingen die vaak
gepaard gaan met gebruik van medicijnen. In Amerika is het rond 1938 erkend
geweest als geneesmiddel. Diverse verschillende bereidingen met zilver werden
gebruikt om honderden verschillende ziekten te behandelen, zoals:
· Longziektes zoals longontsteking, tuberculose en borstvliesontsteking.
· Geslachtsziektes zoals gonorroe en syfilis.
· Huidaandoeningen zoals snijwonden, zweren, eczeempuisten, impetigo, en acne.
Overige ziektes, zoals hersenvliesontsteking, infectieziektes zoals wondroos,
blaasontsteking, tyfus, steeds terug kerende koortsen, amandelontsteking,
oogziektes zoals traanzakontstekingen, hoornvliesontstekingen, bindvliesontstekingen
en ooglidontstekingen, verschillende vormen van bloedvergiftiging,
buikvliesontsteking, enzovoorts.
Het eerste gebruik van colloïdaal zilver in medicinale toepassingen gebeurde op
basis van zeer fijn gemalen zilver uit molens. Dit was een erg kostbaar en langdurig
proces waardoor zilverwater erg duur was en niet voor velen beschikbaar was. Pas
later werd het mogelijk om zilverwater te produceren m.b.v. elektolyse en werd
zilverwater relatief goedkoop.

2. Zilver in de vergetelheid

Vanaf ongeveer 1940 – het begin van het tijdperk van de moderne antibiotica en de
farmaceutische industrie – raakt het gebruik van zilver in de medische praktijk in
de ban. Zo werden er in 1939 nog 94 verschillende zilverpreparaten geregistreerd,
maar deze verdwenen al snel met de introductie van de sulfapreparaten en later de
penicillines, die bij honderden variaties op de markt gebracht werden. Mogelijke
oorzaak voor deze ontwikkeling is dat colloïdaal zilver niet te patenteren is
waardoor veel bedrijven het niet aandurfden er een product op te baseren.
Wel werd zilver overigens nog voor andere toepassingen gebruikt. Zo werden tot
ca. 1970 in veel laboratoria glazen kweekschalen voor bacteriën gesteriliseerd door
er een zilveren plaat in te leggen.
In de geneeskunde bleven slechts twee toepassingen behouden. Tandartsen vulden
gaten met zilverlegeringen. En doktoren bleven zilvernitraatoplossingen gebruiken
als oogdruppels bij pasgeboren baby’s om bacteriën te doden die blindheid
veroorzaken.

3. De herontdekking van zilver

Vanaf ongeveer 1970 wordt zilver weer gebruikt bij waterzuivering en in watertanks
in de luchtvaart en ruimtevaart en voedingsmiddelenindustrie o.a de Zwitserse
firma Katadyn heeft zich hiermee al tientallen jaren gespecialiseerd in
waterzuivering en wateropslag zowel voor de voedingsmiddelenindustrie als voor
particulier gebruik in bijv. hotels in de tropen.
In de jaren 1990- 2000 zien we weer een herontdekking van de mogelijkheden van
zilver verwerkt in textiel en schoenen als bacteriedoder en geurbestrijder. In 2005
wordt zilver ook gebruikt als vezel in ondergoed van het Engelse leger in Irak ter
voorkoming van bacteriële infecties. Momenteel zien we in steeds meer producten,
van wasmachines tot en met deodorants, zilvertoepassingen terugkomen. Toch
blijven de toepassingen in de medicinale sector tot nu toe achter.

De keerzijde van antibiotica

1. Mens versus micro-organisme
Sinds de uitvinding van de penicilline in 1928 door Alexander Fleming zijn mens en
micro-organisme in gevecht met elkaar. Uit de geschiedenis van het gebruik van
antibiotica blijkt dat ziekteverwekkers een groot aanpassingsvermogen hebben om
te overleven.
In 1946 - vijf jaar nadat penicilline breed werd ingezet in WO II - ontdekten artsen
stafylokok. Het bleek een bacterie te zijn waar penicilline geen vat op had. Geen
probleem, want slimme farmaceuten creëerden nieuwe antibiotica. De nieuwe
medicijnen doodden resistente bacteriën en nieuwe mutanten verschenen. Nieuwe
mutanten die de recentste antibiotica overleefden. En zo ging het decennia lang,
waarbij de medicijnen veelal de overhand hadden.
Ziektes als tuberculose, bacteriële longontsteking, septikemie (bloedvergiftiging),
syfilis, gonorroe en andere bacteriële besmettingen werden zo goed als
overwonnen. Maar toch is zo’n 15 procent van de huidige tuberculose-gevallen
medicijn-resistent. Van deze 15 procent sterft 5 procent van de patiënten. En nog
steeds sterven er dagelijks ziekenhuispatiënten aan bacteriële besmettingen. Niet
omdat de besmettingen immuun zijn voor elk medicijn, maar omdat artsen te veel
tijd nodig hebben om een antibioticum te vinden of te ontwikkelen dat werkt.
Daarnaast is het ook duidelijk dat deze race tegen de micro-organismen een zware
financiële tol vergt. Omdat in veel gevallen het voor de ziekte voorgeschreven
antibioticum ontbreekt, moet een patiënt verscheidene andere proberen. In
Amerika bedragen de kosten als gevolg hiervan jaarlijks 100 miljoen dollar.

2 Darwinisme
Bacteriën ontwikkelen weerstand tegen antibiotica om dezelfde reden en op
dezelfde manier als andere organismen. Wanneer een kolonie bacteriën met
bijvoorbeeld penicilline wordt bestreden, zullen de meesten sterven. Maar een paar
zullen genen hebben die ervoor zorgen dat ze voor het medicijn immuun zijn. Deze
mutanten geven hun weerstandsgenen door aan hun nageslacht. Zo kan één
bacterie binnen 24 uur voor zo’n 17 miljoen nakomelingen zorgen! En erger nog, de
mutanten zullen hun weerstandsgen met niet verwante microben delen.
In zijn boek “The Antibiotische Paradox” schrijft Dr. Stuart Levy dat het gebruik van
antibiotica evolutionaire veranderingen heeft gestimuleerd zoals onbekend is in de
biologische geschiedenis. Uit onderzoek gebleken dat bacteriën resistent worden
voor antibiotica waar ze nooit eerder mee in contact zijn gekomen. Zo heeft de
befaamde E.coli-bacterie bij een behandeling van vrouwen met een
urinebuisbesmetting met het antibioticum tetracycline niet alleen resistentie
opgebouwd voor tetracycline, maar ook voor andere antibiotica. Levy zegt daar
over: “Het is bijna alsof de bacteriën een nieuw middel kunnen voorzien en zich
daarop aanpassen bij de confrontatie met een bestaand middel.”
Het paradoxale is dat bacteriën een nieuw leven is gegeven door de fanatieke
bestrijding van artsen en patiënten bij oude ziekten. En zeker in onze huidige
samenleving zijn patiënten mondiger en eisen antibiotica voor allerlei virale
besmettingen. En elke dosis antibiotica waar het bacterie mee wordt
geconfronteerd, helpt het opbouwen van resistentie van de bacterie. Daarom is het
kwalijk dat nog veel te vaak door artsen antibiotica wordt voorgeschreven zonder
dat duidelijk is waar de aandoening, zoals een pijnlijke keel of zelfs een
longontsteking vandaan komt.

3 Veeteelt en voedsel
Toch maakt geen enkele arts het zo bont als een boer. Vee krijgt namelijk
gemiddeld 30 keer meer antibiotica (meestal penicilline en tetracycline) toegediend
als een mens. In het kader van het behandelen en verhinderen van besmettingen.
Maar de hoofdreden om deze medicijnen toe te dienen is om de dieren sneller te
laten groeien en dus is slachtrijp te maken.
Resistentie van bacteriën ontwikkelt zich bij dieren net zoals bij mensen. En de
gemuteerde bacteriën blijven in het vlees voor consumptie zitten en dringen zo dus
bij mensen binnen. Op deze manier zijn veel salmonella-soorten resistent geworden
voor een groot aantal standaard antibiotica. Jaarlijks overlijdt een klein aantal
mensen aan de gevolgen van bacteriën uit vlees, een groot aantal wordt in min of
meerdere mate ziek.
Een nog grotere bedreiging is het drinken van melk. Zo’n 80 antibiotica zijn
toegestaan bij het behandelen van melkkoeien tegen uierbesmettingen. Nu zijn er
strenge regels voor het maximaal aan antibiotica en besmettingsgevaarlijke
bacteriën in melkproducten, maar de vraag is in hoeverre overschrijdingen hiervan
toch in de huiskamer terecht komt en wordt geconsumeerd.

4 MRSA: een voorbeeld van overdracht van resistentie
Een mooi voorbeeld van het gevaar van opbouw van resistentie is staphylococcus
aureus. Deze bacterie is beter bekend onder de naam MRSA, dat staat voor
methicilline resistent staphylococcus aureus en veelal voorkomt in ziekenhuizen.
Methicilline is het antibioticum dat doorgaans wordt gebruikt bij de bestrijding van
staphylococcus. De bacterie is verantwoordelijk voor sommige vormen van
longontsteking en voor bloedvergiftiging bij operatiewonden.
Zo’n 40 procent van alle MRSA-gevallen blijken resistent voor alle antiobiotica,
behalve voor vancomycine. Maar ook bij dit medicijn is het een kwestie van tijd
voordat resistentie gemeengoed wordt. Daar zijn wetenschappers het over eens.
Een herhaling van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, waarbij het sterftecijfer
bij MRSA 80 procent was, lijkt een kwestie van tijd.
Onderzoekers zijn er ook achter gekomen hoe de resistentie tegen vancomycine bij
MRSA wordt opgebouwd. De oorzaak ligt bij een andere bacterie, namelijk
enterococcus faecium. Deze bacterie is ook in veel gevallen resistent tegen
vancomycine. In 1992 ontdekte een Britse wetenschapper dat het gen dat
verantwoordelijk is voor de resistentie kan worden overgebracht van enterococcus
naar staphylococcus aureus. Bacteriën zijn dus in staat overlevingsvergrotende
eigenschappen van soort op soort aan elkaar te kunnen doorgeven. En dat is
beangstigend.

5 De toekomst van antibiotica
Tot nu toe is bij iedere nieuwe ziekte – of bij het opkomen van resistentie – weer
een nieuw medicijn ontwikkeld dat ons redde. Waarom zou dat in de toekomst
veranderen? Tot midden jaren '80 zaten de farmaceutische bedrijven vol in de
ontwikkeling van antibiotica. Maar vanaf dat moment leek het erop dat de meeste
bacteriële besmettingen begonnen te verdwijnen. Bij een verzadigde markt in het
westen was de enige mogelijkheid voor farmaceutische bedrijven om verdere
expansie van antibiotica te kunnen realiseren de Derde Wereld. Maar de armoede
maakt – hoe het hard het ook klinkt – deze markt voor farmaceutische giganten
weinig interessant. Dit terwijl de ‘doorontwikkeling’ van de bacteriën in volle gang
is. Hoe nu verder?
Van belang is in ieder geval om na te denken over verschillende strategieën in de
strijd tegen infectieziekten. Daarbij is het van belang te beseffen dat bacteriën zich
op verschillende manieren weren tegen medicijnen. Ze kunnen een enzym
afscheiden dat het medicijn neutraliseert. Dat is de wijze waarop staphylococcus
penicilline bestrijdt. Ze kunnen hun celwanden zodanig aanpassen, dat de
antibiotica hierdoor niet binnen kan dringen. Op deze manier weert enterococcus
zich tegen folieeythromycin. Of ze pompen simpelweg het medicijn uit hun lichaam.
Dat is hoe E. coli zich weert tegen tetracycline.

Het lijkt daarom geen rare gedachte om ons meer te gaan richten op een ander
soort medicijnen. Onderzoekers zijn bijvoorbeeld al aan het lijken naar
chemische bestanddelen die de vermenigvuldiging van plasmiden
tegengaan. Plasmiden zorgen voor ervoor dat resistentie eigenschappen kunnen
worden doorgegeven. Een ander alternatief is de ontwikkeling van vaccins.
Er is bijvoorbeeld al vaccin tegen pneumokokken, maar bijvoorbeeld niet
tegen streptokokken en stafylokokken. De reden daarvoor is waarschijnlijk van
economische aard. Of misschien moeten we de oplossing niet in de technologie zoeken, maar ons
gezond verstand gebruiken. Bijvoorbeeld door te stoppen met het volproppen van patiënten met antibiotica bij minder ernstige besmettingen. Door het afwisselen van antibiotica bij de bestrijding van een ziekte, zodat de weerstand van de bacteriën wordt verzwakt en niet-resistente zwakkere bacteriën een kans maken te
overleven. Door te stoppen met het overmatige gebruik van antibiotica in de landbouw en veeteelt. Door het beter gebruik van ontsmettingsmiddelen door met name artsen en verpleegsters, maar in feite door iedereen in de maatschappij. Het is dan nog maar een kleine stap om te beseffen dat natuurlijke producten – zoals
zilverwater – hier een rol in kunnen spelen.