donderdag 11 augustus 2011

Colloidaalzilver / Zilverwater als geneesmiddel?

Colloidaalzilver / Zilverwater als geneesmiddel?

1 De positionering van zilverwater
Wat is zilverwater nu eigenlijk en waarom zou het zo goed werken? Is het een al
dan niet homeopathisch geneesmiddel, een andersoortig geneesmiddel of iets
anders?
Laten we beginnen met de constatering dat zilverwater – ofwel colloïdaal zilver –
water is waarin zilver in de fijnst mogelijke vorm is opgelost. In de fijnst mogelijke
vorm betekent concreet dat er zilverionen – positief geladen zilveratomen – in het
water rondzweven. Bij voorkeur is het gebruikte water gedestilleerd, zodat de
zilverionen geen reactie aan kunnen gaan met andere ionen en het water dus
zuiver zilver bevat.
Zilver in kleine hoeveelheden is giftig voor bacteriën en daarmee dus een bestrijder
van infectieziektes. Vandaar dat zilverwater ook wel een natuurlijk antibioticum
wordt genoemd. Uit vele onderzoeken en publicaties is tevens gebleken dat zilver
een verbazingwekkend veilige stof is, hierin verschillend van zijn neefjes in de
zware metalen zoals lood, kwik, cadmium en goud.
In Amerika is zilverwater dan ook rond 1938 erkend geweest als geneesmiddel.
Deze status heeft het nu echter niet meer. Een oorzaak daarvoor is mogelijk dat
geneesmiddelen moeten worden geregistreerd bij een autoriteit. Aan deze
registratie gaan kostbare onderzoeken vooraf. Voor farmaceutische organisaties is
registratie van een product dus alleen commercieel interessant als het product te
patenteren is. In het geval van zilver is dit niet mogelijk.
In de Verenigde Staten is zilverwater door de Food and Drug Adminitration (FDA)
als voedingssupplement aangemerkt. Hetzelfde geldt voor Nederland en België.

Dierstudies zilverwater
Er zijn vele dierstudies gedaan met zilverpreparaten in de afgelopen eeuw. Op basis
van deze studies is de dodelijke dosis van colloïdaal zilver bepaald (aangezien zilver
een giftig zwaarmetaal is) en de aanbevolen hoeveelheid bij behandeling.
In 1927 vond Huebner dat de dodelijk dosis bij een intraveneuze injectie (een
injectie in de bloedader) bij konijnen met colloïdaal zilver lag op 0,065 gram per
liter. Dit betekent bij een mens van 70 kg een injectiedosis van 4,550 gram puur
zilver.Hill en Tilbury rapporteren in 1939 over dierstudies met een verzadigde zilveroxideoplossing
van 1,52 gram per liter. Van deze oplossing werd per dag enkele malen 4
ml intraveneus geïnjecteerd bij verschillende diersoorten gedurende een perioden
van 3 weken zonder dat er toxische verschijnselen optraden. Een overeenkomstige
dosis bij een mens zou neerkomen op 1190 mg zilver per dag, oftewel iets meer
dan 1 gram per dag.
Op basis van deze en andere onderzoeken schreef het medische injectieprotocol
voor colloïdaal zilver tot in de jaren 40 van de vorige eeuw een gemiddeld gebruik
voor van 1 tot 10 mg zilver per dag en soms zelfs meer.

3 Studies van Becker
Vanaf de jaren 70 zijn er ook studies op mensen verricht naar het effect van zilver.
Een beroemde studie is die van Becker, die het effect van zilverionen heeft
bestudeerd in de jaren 70 en 80. In 1972 experimenteerde Becker in het kader van
het opnieuw laten aangroeien van bot met elektrische stimulatie van patiënten,
specifiek in het geval van gebroken botten die niet wilden helen. Becker gebruikte
daarbij zilver, omdat hij geloofde dat zilver de benodigde elektrische stroom het
best zou geleiden en omdat hij geloofde dat zilver minder dan andere metalen met
het weefsel een chemische reactie zou aangaan.
Bij uitgevoerde testen werd duidelijk dat bij de positieve pool van een
zilverelektrode in een circuit met lage stroom alle bacteriën in een straal van ruim
een centimeter waren gedood.Becker kwam uiteindelijk tot de conclusie
dat niet alleen de stroom, maar ook het zilver hier een cruciale rol in speelde. Bij
alle vijf metalen die hij testte, stopte de groei van het aantal bacteriën, maar de
daarbij benodigde elektrische stroom was onacceptabel hoog en gevaarlijk voor
mensen. Behalve bij zilver. De hypothese die Becker hierdoor stelde, was dat
andere metalen zowel de schadelijke bacteriën doodde als de normale cellen,
terwijl dit bij zilver niet het geval was door het lage niveau van de elektrische stroom.
Nadere testen bevestigden deze hypothese.
In 1980 ging Becker nog een stapje verder. Hij concludeerde na uitgebreid
onderzoek dat niet de stroom de bepalende factor was voor de groei van de botten,
maar de positief geladen zilverionen zelf. Door zijn experimenten ontdekte hij dat
de cellen in een straal van 5 millimeter van de anode (positieve pool) waren
veranderd.
Het feit dat door zilverionen de celmorfologie kan veranderen, is momenteel
universeel door onderzoekers geaccepteerd. Becker gaat echter verder in zijn
stellingen en zegt dat de versnelde groei van botten bij het gebruik van lagespanning
zilverelektrodes het gevolg is van dedifferentiatie. Dedifferentiatie houdt
in feite in dat cellen terugvallen in een verouderde vorm. Dedifferentiatie (als
onderdeel van een regeneratief proces) kan zodoende gezien worden als de
tegenhanger van het evolutieproces, waarbij cellen zich differentiëren tot nieuwe
verschijningsvormen. Het kan de motor zijn in een genezingsproces, omdat zieke
cellen terug kunnen vallen in hun gezonde vorm voor de ziekte.
3.4 Negatieve geluiden
De geloofwaardige berichten over onderzoek en de werking van zilver tegen microorganismen
zijn voor het grootste deel positief. Een enkele maal wordt een falen
van zilver in dit verband vermeld. Zo luidt de conclusie van een studie in 2004 van
Hasselt:
“Aangezien de geteste colloïdale zilveroplossingen geen antibacterieel in vitro effect
blijken te hebben, zijn claims over de antibacteriële potentie van colloïdaal zilver
misleidend. De antiseptische werking ervan is niet aangetoond.”
Uit het onderzoek komt echter niet naar voren welk soort water is gebuikt. Indien
niet gebruik is gemaakt van volledig zuiver (gedestilleerd) water, kunnen mogelijk
verbindingen van zilverchloride zijn ontstaan. Deze scheiden geen zilverionen af
aan het water en kunnen daarom ook niet als een antiseptisch middel beschouwd
worden.

5 Gezond gebruik van zilverwater
Ondanks het feit dat wij sterk geloven in de genezende en desinfecterende werking
van zilverionen moet men gezond verstand gebruiken bij het gebruik ervan. Bij
normale hoeveelheden inwendig gebruik van zilver wordt dit geleidelijk weer door
het lichaam uitgescheiden. Deze normale hoeveelheden betekent dagelijks slechts
enkele microgrammen (1 microgram = een miljoenste gram). Merk daarbij op dat in de
tot 1940 voor therapeutische doeleinden injectiehoeveelheden van 1 mg tot
10 mg zilver normaal waren (dit is 500 tot 1000 microgram!).
Daarnaast is het uiteraard altijd belangrijk om bij problemen met uw gezondheid
altijd eerst contact met uw huisarts op te nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten